Veel organisaties in de overheids- en non-profitsector gebruiken een managementmodel. Managementmodellen zijn goede hulpmiddelen om genuanceerd vanuit verschillende belanghebbenden of aandachtsgebieden naar de koers van een organisatie te kunnen kijken. Het meest gebruikte managementmodel is het EFQM- of INK-managementmodel. Dit is een belangrijke reden om juist dit model als uitgangspunt te nemen voor de A3 methodiek. Daarnaast is het bij uitstek een model dat resultaatgericht denken stimuleert. Het EFQM- of INK-managementmodel noemt namelijk vier resultaatgebieden: Klanten en partners, Medewerkers, Maatschappij, en Bestuur en financiers. Op deze resultaatgebieden kunnen prestaties worden gedefinieerd. Daarnaast onderkent het EFQM- of INK-managementmodel ook een organisatieperspectief (organisatiegebieden genoemd). De organisatiegebieden zijn: Leiderschap, Strategie en beleid, Management van medewerkers, Management van middelen en Management van processen. Op deze organisatiegebieden kunnen (eventueel op basis van een diagnose) acties worden benoemd die noodzakelijk zijn om de op de resultaatgebieden gedefinieerde prestaties te realiseren.

Het EFQM- of INK-managementmodel bestaat uit tien onderling verbonden aandachtsgebieden, gegroepeerd in vier resultaatgebieden (welke resultaten willen we behalen?), vijf organisatiegebieden (welke acties moeten we daarvoor verrichten?) en het tiende aandachtsgebied 'verbeteren en vernieuwen'. De organisatiegebieden kunnen worden gebruikt als weergave van de wijze waarop een organisatie(onderdeel) werkt aan de bijbehorende doelstellingen op de prestatie-indicatoren: de benodigde acties. Een belangrijke gedachte hierbij is dat de organisatie niet langer wordt gezien als overlevingsmechanisme dat moet inspelen op kansen en bedreigingen in de omgeving, maar als organisme dat medeverantwoordelijkheid kan nemen voor die omgeving en daar acties op dient te ondernemen. Het tiende aandachtsgebied kan worden gebruikt in de periodieke voortgangsgesprekken, de A3 managementgesprekken, en als verslag voor de bijstelling van acties en resultaten. 'Wat hebben we geleerd?' en 'Wat gaan we anders doen?'. De kracht van het model ligt dan ook in de mate van het oorzakelijk verband tussen de activiteiten die worden ondernomen in een organisatie en de resultaten van deze acties, en hoe deze kunnen worden verbeterd.

De tien aandachtsgebieden

1. Leiderschap
2. Strategie en beleid
3. Management van medewerkers
4. Management van middelen
5. Management van processen
6. Klanten en partners
7. Medewerkers
8. Maatschappij
9. Bestuur en financiers
10. Verbeteren en vernieuwen